Inspectierapport als keurmerk voor de kinderopvang?

(Dit artikel verscheen eerst in Visie magazine. Tekst: Lies van der Auwera)

Voor nagenoeg alle ouders is kinderopvang cruciaal en dat de kinderopvang vandaag onder hoogspanning staat, is zacht uitgedrukt. Sinds de choquerende verhalen over verwondingen en overlijdens van enkele baby’s kijkt de samenleving met een vergrootglas naar de sector. Wantrouwen heeft ingang gevonden bij ouders, voor wie de keuze voor een plaats vaak beperkt is. Kinderbegeleiders en crèches kreunen bovendien onder de torenhoge werkdruk. In dit heetgebakerde klimaat lanceerde minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) een nieuwe verplichting voor de kinderopvanginitiatieven: toon je inspectieverslag aan ouders. Maar kan zo’n rapport het vertrouwen herstellen?

Communicatie en transparantie zijn belangrijk. Daarom laten we kinderopvanginitiatieven nog meer in gesprek gaan met ouders’, tweette minister Crevits een maand geleden. Meer dialoog tussen opvang en ouder dus. Concreet wil Crevits crèches voortaan verplichten om inspectierapporten te tonen aan ouders. Daarnaast komt er een nieuwe klachtenprocedure, waarbij ouders eerst moeten aankloppen bij de opvang zelf. Pas in tweede instantie kunnen ze naar het agentschap Opgroeien stappen, tenzij de klacht te delicaat is.

Online zoeken
Maar schuif je zo niet nog meer verantwoordelijkheden op de ouders af? Transparantie klinkt goed, maar de vraag rijst of ouders en de sector op openbare inspectierapporten zitten te wachten. Volgens de minister heeft iedereen baat bij meer transparantie. Carmen De Rudder, woordvoerder van Crevits: ‘Dit is een aanbeveling van de onderzoekscommissie. Ouders kunnen alle zorginspectieverslagen online inkijken, maar veel ouders weten niet dat er inspectie geweest is. Het is de taak van de opvang om hen op de hoogte te brengen.’

Het verwijzen naar openbare inspectierapporten moet bezorgde ouders geruststellen. Voor ouders lijkt dit dus goed nieuws. Joris Timmermans, vader van twee jonge kinderen, is voorstander. Enkele maanden geleden zag hij de crèche van zijn kindjes in Heverlee plots sluiten. Er bleek in de periode voordien al heel wat fout te lopen. Dat inspectie een niet zo fraai rapport opleverde, was de ouders nooit ter ore gekomen. ‘Dat zou nu vermeden kunnen worden’, zegt Timmermans. ‘Heel wat ouders zijn benieuwd naar wat er in zo’n rapport staat. Ik vind openbaarheid van bestuur een heel normale zaak. Maar de verantwoordelijkheid wordt ook meer bij de ouders gelegd: Zie maar dat je een goede crèche hebt.’

Zwart-Wit
Wie in een kinderopvang werkt, is niet onverdeeld blij met de verplichte openbaarheid. Het inspectierapport is dan wel vrij toegankelijk, dat maakt het nog niet voor elke ouder begrijpbaar. Bovendien maakt het rapport geen melding van eventuele ingrepen of verbeteringen die kort na een inspectie gebeuren.

Assia, die in een kinderopvang werkt, is bezorgd: ‘Dat ouders op de hoogte zijn van een controle, is positief. Wij voelen heel sterk aan dat onze ouders voorzichtiger geworden zijn, wantrouwig zelfs. Als er een kindje valt – en dat gebeurt natuurlijk vaak, want peuters leren met vallen en opstaan – wordt de begeleider vandaag meteen op het matje geroepen. Maar een inspectierapport focust vaak op wat er niet goed is en kan ook onterecht afschrikken. Zo heeft ‘veilig slapen’ enorm veel criteria. Inspectie kan bijvoorbeeld vaststellen dat de matras van één bedje niet dik genoeg. Het verslag noteert al die details, maar het inspectierapport vat dit samen als: ‘bed niet veilig’. Zwart-wit dus. Als je dan twee weken later dat ene niet-conforme matrasje hebt vervangen, blijft het in je rapport staan als fout.’

De sector vraagt dus een weerwoord. Terecht, vindt ook Hendrik Delaruelle, directeur van het Vlaams Welzijnsverbond: ‘Principieel kun je niets tegen transparantie hebben, maar het is belangrijk dat je een beeld geeft van de totale werking van zo’n kinderopvang. De rapporten zoals die nu te lezen zijn, focussen veelal op wat niet goed is. Er mag wat meer ruimte zijn voor positieve noten. Als een uitbater van een crèche bijvoorbeeld een opmerking van de inspectie ter harte heeft genomen en opgelost, willen we dat graag lezen in het rapport.’

‘De rapporten dienen om het vertrouwen te herstellen. Het openbaar maken ervan kan daaraan bijdragen, maar dan onder twee voorwaarden wat ons betreft: ruimte voor weerwoord en niet enkel focus op het negatieve.’

Radio buiten schot
Alle open dialoog ten spijt, blijft pijnpunt nummer één in de kinderopvang buiten schot, namelijk het hoge aantal kinderen per begeleider. In 2014 verhoogde het kaderdecreet kinderopvang de ratio. Acht kinderen per begeleider in gezinsopvang en zelfs negen kinderen in groepsopvang werd toen de norm. ‘De praktijk bewijst dat dit op lange termijn onhaalbaar is: te hoge werkdruk, uitval van personeel, vacatures die open blijven staan …’, zegt Nathalie Winters, sectorverantwoordelijke van ACV Puls. ‘Het is een en-en-verhaal: verlaag het aantal kinderen per begeleider naar vijf, liever vandaag dan morgen. De lonen moeten omhoog en geharmoniseerd worden: gelijk loon voor gelijk werk, ongeacht de werkplek.’

Tot slot wijst Winters op de verantwoordelijkheid van het agentschap Opgroeien en het beleid zelf: ‘Transparantie is belangrijk, maar zowel de kinderopvang als het agentschap Opgroeien moeten zorgen voor heldere en toegankelijke inspectieverslagen. Kind en Gezin moet haar verantwoordelijkheid blijven opnemen en ouders de garantie kunnen geven dat ze kwaliteitsvolle opvang krijgen voor hun kind.’