De LBC-NVK is helemaal niet verbaasd over de cijfers die Kind en Gezin vrijdag 29 januari verspreidde over het dalende aantal onthaalouders. Het fenomeen dat er meer onthaalouders stoppen dan dat er starten is ten eerste helemaal niet nieuw
Eén keer surfen naar www.onthaalouders.be volstaat om te begrijpen waarom onthaalouders de job die ze dolgraag doen niet willen blijven uitoefenen. Ondertussen kan je er meer dan 100 getuigenissen van onthaalouders lezen. Zij leggen uit waarom hun job zo moeilijk vol te houden is of waarom ze stoppen tout court. De reden is simpel. De onthaalouders hebben een gebrekkig sociaal statuut. Ze krijgen een onkostenvergoeding in plaats van een loon en ze genieten simpelweg niet van dezelfde rechten als alle andere werknemers.
De oplossing lijkt dan ook simpel en is helemaal niet nieuw. Al 15 jaar strijdt de LBC-NVK voor een volwaardig werknemersstatuut voor onthaalouders. Dankzij onze strijd loopt er sinds een jaar ook een proefproject dat aan meer dan 100 onthaalouders een volwaardig werknemersstatuut geeft.
Op zaterdag 23 januari 2016 waren er nog meer dan 100 onthaalouders op ons Groot Event bijeen gekomen om één jaar proefproject te evalueren. En hoewel er natuurlijk gewezen werd op een aantal probleempjes die moeten opgelost of verbeterd worden blijken onthaalouders die werken in een werknemersstatuut tevreden onthaalouders te zijn. Hun getuigenissen liegen er niet om:
“Het feit dat je zeker bent van je inkomen neemt heel wat stress weg. En het aantal kindjes dat je opvangt wordt door mijn dienst ook goed in de gaten gehouden, zo voorkom je dat je in overbezetting gaat.”
Niet alleen hebben de onthaalouders minder stress en minder werkdruk, ook de kwaliteit van hun werk stijgt. Een onthaalouder die zeker is van haar inkomen, die niet in overbezetting gaat om toch maar op het einde van de maand een minimuminkomen over te houden, deze onthaalouder geeft alle aandacht aan de kinderen. Die kinderen krijgen de start die zij verdienen.
De LBC-NVK gaat ervan uit dat Kind en Gezin bij de geplande oefening “hoe moeten we de gezinsopvang vorm geven” rekening houdt met de evaluatie van het proefproject en geen voorbarige conclusies trekt. Er is toekomst voor de gezinsopvang in Vlaanderen.